Vlas is een van de oudste textielvezels ter wereld. Sinds zijn komst is deze altijd in West-Europa gebleven want de plant bleek hier ook het best te groeien. Ons gematigd klimaat voorziet de ideale afwisseling van zon en regen voor een grote en sterke plant. Want hoe langer en sterker de vezel, hoe beter de kwaliteit van het linnen. Meer dan 75% van de vlasvezels, die wereldwijd gebruikt worden om een linnen stof te weven, komt uit Frankrijk, België en Nederland.

Op vlak van ecologie is linnen kampioen. De plant hoeft geen irrigatie tijdens de groei en weinig tot geen gewasbeschermers. De vezel wordt door natuurlijke processen gewonnen en alle andere delen van de plant worden gebruikt voor het produceren van o.a. voeding, papier of isolatiemateriaal. Spinnen en weven hebben weinig impact op het milieu en ook hier worden alle restmaterialen verwerkt, er is geen afval.